Praatjes vullen geen vishaakjes
Ja, je gaat er heel moeilijk van kijken
Vissen, teambuilding is het zeker
Kansloos verslagen door jongste dochter
Dan maar grof geweld . . .
Opschepper!
Wat is er mis met de mannen van tegenwoordig?
Eenmaal aan boord duurt het nooit lang of de jager in ‘m komt naar boven. Bij gebrek aan groot wild wordt er meestal al snel naar de vishengel gegrepen. “Even wat te eten voor vanavond scoren. Germaine stop maar vast met koken”, klinkt het steevast. Maar uiteindelijk wordt er geen boter bij de vis geleverd. De mannen kunnen het niet. Het enige wat ze goed kunnen is het stukmaken van mijn visgerei.
De laatste zeiltrip. Jan, Danny en Anton vertegenwoordigen het mannelijke geslacht. De vrouwen stond een week vol met versgevangen vis te wachten. Ze hoefde alleen maar te zonnen en mooi te zijn, de kerels regelden de maaltijd.
Bij de derde inworp kreeg Danny het voor elkaar om het stevige stuk lood met een ferme zwaai op het hoofd van Jan te mikken, het harde Westlandse hoofd van Jan voorkwam een bloedende hoofdwond. Niet veel later probeerde Jan met het puntje van zijn hengel het oog van Danny uit zijn kas te pulken. Overigens zonder kwade opzet of rancuneuze gevoelens, aldus Jan. Eindresulaat van de dag, Danny: vijf sprotjes en drie fraaie onderlijnen verspeeld. Jan bleef op de hatelijke 0 steken.
Anton was met revolutionaire vistechnieken, als duiklampen naar de bodem laten zakken en hele broden aan een lijn binden, zijn tijd ver vooruit. De vissen begrepen hem duidelijk niet.
Zijn derde, iets minder revolutionaire techniek. “iets dat rot is en enorm stinkt”, viel niet in goede aarde bij Germaine. Zij houdt niet zo van rotte dingen die enorm stinken aan boord van haar zeilschip.
Een paar weken daarvoor. Frank die zijn eigen visgerei (dank u, dan gaat het mijne niet stuk) meenam en zijn dochter Bo van acht jaar.
Bekend verhaal, de rest van het gezin, Hebe, Julian en Nomi inclusief de schippers zouden door de vers gevangen vis het bos niet meer zien.
Toegegeven, we hebben die week twee keer verse vis gegeten en zelfs een emmer vol aan onze Engelse buren geschonken. Maar niet door Frank!
De achtjarige Bo sleepte de ene na de andere vis aan boord. Frank kwam niet veel verder dan jaloers naar zijn dochter kijken.
Daar waar vroeger de mannen jagers waren, lijken ze nu totaal de weg kwijt. Gaat het weer eens de mist in met de hengel, dan wordt al snel naar mijn speargun gegrepen. Dan gaan ze ‘de vissen zelf wel even halen’. Zo spendeerde de 16-jarige Lucas zijn gehele zeiltrip onder water. Zijn familie heeft ‘m nauwelijks gezien. Pas op de allerlaatste dag zat er iets aan zijn pijlpunt gespiest. Qua grote onbeduidend, met het blote oog nauwelijks waarneembaar. Maar zijn kennis van de contemporaine geschiedenis: “Ladies and Gentlemen, we’ve got him!”, maakte veel goed.
De lachende derde en vierde zijn de uitbaters van de vismarkt en de lokale restauranthouders. Waar zij de verse vis vandaan halen is voor onze mannelijke gasten een groot raadsel, maar leveren doen ze. Flesje wijn erbij en dan beginnen de verhalen. “Als die ene er net niet vanaf was gevallen…” en “De vorige vakantie joh, ik sleepte er zo zes van 20 kilo uit” of zelfs “Ze hebben hier gewoon geen goeie spullen…”
Maar praatjes vullen geen vishaakjes. Ik weet niet of het wetenschappelijk valt te bewijzen. Maar zon, zeelucht en vakantiegevoel blijken fnuikend voor het jagersinstinct. Echte mannen worden weer kinderen. “Gerard, nou zit mijn tuigje alweer in de knoop”.